MAN & SCHAAR – blog #12

MORE

Of ik wel eens een model nodig had dat helemaal kaal ging…
Ze had model gezeten bij een landelijke haarshow en voor die show was ze op één dag drie keer gebleached… Ja, dan kan je het er vanaf vegen, dat is helder.

Het lag niet direct in de planning. Maar weet je wat, dan maken we er een aparte shoot van. Naar een datum gezocht, Emma (één van mijn favoriete visagistes) was beschikbaar, het haar en de fotografie deed ik zelf… Gaan!

Toen ze aankwam moest ik inderdaad beamen dat het niet veel meer was. Het was zogezegd snot. Ze had nog wel gereclameerd bij dat kappers-event, maar in deze wereld zijn we niet zo goed in nazorg. Haar kapot? Helaas pindakaas. Wel beschamend, vooral naar iemand die haar haar professioneel nodig heeft. Hoeveel shoots ging ze hierdoor missen?

Veel mensen lijken alleen maar méér haar te willen. Langer haar. Dikker haar. Veel sexy haar. En als het er niet van nature is wordt het bij geplant of in geknoopt. Iemand anders, aan de andere kant van de wereld, wil voor een paar dollar haar haar wel afstaan, zodat wij met nóg meer haar nóg meer indruk kunnen maken op onze omgeving.

Dat is niet altijd zo geweest. In de jaren ’20 van de vorige eeuw lieten vrouwen massaal hun lange haren afknippen. Dit had als reden dat veel vrouwen vanwege WO I weduwe waren geworden. Het was niet meer nodig de heer des huizes te behagen. Maar er kwam nog een andere reden bij: er was sprake van een heuse emancipatiegolf. De dames wilden zelfstandig zijn en niet meer alleen maar mooi zitten te zijn voor het mannelijk geslacht. De bob was hot!

In de jaren ’60 bracht Vidal Sassoon de bob weer terug in het modebeeld. ‘The man who changed the world with a pair of scissors’ was ook verantwoordelijk voor de korte koppies van Mia Farrow en Twiggy.

Een andere emancipatiegolf troffen we in de jaren ’70: Dolle Mina, baas in eigen buik (recht op abortus). Feministes vochten voor gelijke rechten en daar hoorden kortgeknipte hoofden en paarse tuinbroeken bij.

In 1997 verscheen de film G.I.Jane. Demi Moore speelde een vrouw die bij de Amerikaanse Marine wou (wat tot 2016 onmogelijk was). Ondertussen genoten we van de videoclips van Sinéad O’Conner, Pink, Miley Cyrus. Kort haar bij vrouwen staat symbool voor zelfstandig, stoer, geëmancipeerd. Maar niet minder sexy!

Van Coco Chanel is de uitspraak ‘A woman who cuts her hair is about to change her life’. Hier kunnen we een groot aantal blogs over volschrijven. Regelmatig knippen meisjes tegenwoordig hun lange haren af om ze te doneren en om zodoende to change anothers life.

De tondeuse werd op 4 millimeter afgesteld en de vlassige lokjes vlogen door de lucht. Ik bedacht dat ik het restant nog een kleurtje wou geven. Emma begon aan de makeup, terwijl ik de lampen stelde. Opperste concentratie voor een bijzondere shoot.

Het resultaat stelde ons tevreden. Ach, eigenlijk is het zoals zo vaak: Less is More.
Demi Moore.

@ Hans Beers – 2018
Dit artikel verscheen in TOP HAIR Benelux feb. 2018

he0b1617avt800

MAN & SCHAAR – blog #11

HAPPY

Het was haar eerste bezoek aan mijn salon. Ze zag de voorgaande klant afrekenen en zei: dat wil ik ook. Het was een korte bob, wat zeg ik, net onder het oor, met een opgeschoren nekje. Best extreem voor iemand die het haar tot op de schouders draagt. Na nog een korte visitatie voor de spiegel en een uitgebreide wasmassage begon ik het haar af te delen. Nog eens kijken. En uiteindelijk zette ik de schaar erin. Lange lokken gleden langs de kapmantel naar de grond.

Ondertussen kletsten we wat. Ze was webdesigner en gaf daarnaast workshops programmeren. Later bezocht ik haar website. Op het openingsscherm zag je een kop koffie, een mobieltje, plus de tekst: “Hi I’m Yvonne, UX specialist. I can help you meet your users’ needs”. Als bezoeker van zo’n website kan je alleen maar blij worden.

Het zijn good feelings die verkopen. Lever de klant zorgeloos gemak. Maak de consumer happy, al bij voorbaat! Zoals de slogan van de slager: Vers met een glimlach. Of bij de wasstraat: wassen met gevoel. Het bungalowpark: Wij weten hoe belangrijk vakantie voor u is! En: Wij doen wat anderen beloven!

Onlangs zag ik een schitterend voorbeeld van good feelings: een vrouw in de VS wou haar zeer oude auto verkopen (een Honda Accord uit 1996 met 227 duizend kilometer op de teller). Een vriend van haar maakte een filmpje, waarin de auto de hoofdrol vertolkte en symbool stond voor ultieme vrijheid. “This is not a car. This is you. It’s a lifestyle. A choice. Your choice”. De bestuurster reed met de kat op schoot, luisterde relaxte muziek (de auto had nog een old skool cassette-recorder) en schonk zichzelf koffie in vanuit een koffie-apparaat op de passagiersstoel. Het was een beetje gefilmd zoals de commercials van Levi’s 501, die natuurlijk ook onweerstaanbaar zijn. De auto moest 499 dollar opleveren maar op Ebay werd er inmiddels 100.000 dollar voor geboden!

Hoe kan je dit nou als kapper toepassen? Ik vermoed dat het succes van Schorem hiermee te maken heeft. De sfeer, de vormgeving, de uitstraling, het hele image dat wordt opgebouwd. Daar wil je bijhoren. En zo zijn er meer formules met een uitgesproken stijl. Lifestyle. Kinki natuurlijk. Of wat dacht je van vintage-zaken als The Parlour Hairsalon of Madame de Pompadour (“Here you can just sit back, relax, drink a coffee and let yourself be pampered.”)? Je verkoopt eigenlijk geen kapsel, maar good feelings.

Good feelings bereik je met je behandeling, met de wasmassage, maar ook met de muziek, de koffie, het licht, de inrichting, de verhalen die je vertelt of juist achterwege laat. Alles speelt mee. Martijn de Kort, directeur van de Yes-salons, tijdens het seminar Experts in Business: “Kappers denken dat 70% van hun succes aan hun vaktechniek te danken is en 30% aan de sfeer, de entourage, de koffie, etc. Echter… het is precies andersom!” Ik heb het niet gecontroleerd, maar er zal zeker een kern van waarheid in zitten.

Ik knipte verder, pakte de tondeuse, maakte een awesome kapsel. Markant, maar perfect. Föhnen, styletang erdoor, fine tunen, wauw! We genoten er beiden zichtbaar van. Ik had wel wat extra tijd geïnvesteerd dus ik vroeg bij de kassa of ik een kwartiertje extra mocht rekenen. Geen probleem. Ze vertelde dat haar man in het buitenland verbleef. Die zou haar nieuwe look pas over enkele dagen zien. “En ga je dan vanavond de beest uithangen?” vroeg ik. “Nee”, antwoordde ze, “ik ga de hele avond in de spiegel kijken.”

@ Hans Beers – 2017
Dit artikel verscheen in TOP HAIR Benelux dec. 2017

Christina - undercut

Man & Schaar – blog #10

Praktika praktika praktika

Op de Sassoon Academy in Londen tref je cursisten aan van over de hele wereld. Japan, Canada, Italië. Vaak zie je ook een groep kappers uit Rusland, die net als de Japanners, geen woord Engels verstaan en daarom een eigen tolk bij zich hebben. Tijdens de lessen hoor je steeds het zachte parlando van de synchroonvertaling achter je.

Het kappersvak leer je op het MBO. Je kunt door naar niveau 4, waarbij vooral het ondernemen wordt geschoold. Maar als je nog verder wilt is er in Nederland niets meer. Jawel, er zijn nog wat trainingen bij groothandels en leveranciers. Maar een gedegen vervolgopleiding op bijvoorbeeld HBO-niveau is er niet. Zelf heb ik na de kappersschool de opleiding tot Complete Hair Stylist bij de B Academy gevolgd, naast een aantal trainingen bij L’Oréal en Sebastian Professional. Daarna besloot ik om mij in Londen verder te bekwamen, aan de Sassoon Academy.

In Londen zie je weinig Nederlanders. Maar wie ik er wel aantrof was Marissa. Ik kende haar van de B Academy. Zij werkte destijds bij Toni & Guy in Amsterdam en had het advies gekregen om eens te proberen bij Sassoon in Londen binnen te komen. Ze had moeten voorknippen, twee modellen, en was aangenomen.

Ik vroeg haar: hoe gaat dat nu verder? Nou, antwoordde ze, ik heb een contract voor twee jaar, maar de eerste zes maanden mag ik alleen maar trainen, vijf dagen per week. En daarna mag ik vier dagen per week werken in de salon en elke week nog één dag trainen aan de Academy. Dan heb je dus in Nederland de kappersschool en en de B academy achter de kiezen en werk je in een salon in het hoge segment in Amsterdam. Je kunt weer onderaan beginnen.

Zoveel trainen, wie doet dat? Onlangs sprak ik een klant die ik al enkele jaren niet meer had gezien. Hij studeerde in Nijmegen en deed daar ook aan wedstrijdroeien. O, reageerde ik, dat is een zware sport. Hoe vaak moet je dan trainen? Zeven keer per week, was zijn antwoord.

Zeven keer per week…
Als je dat tegen een kapper in Nederland zou zeggen zou die je voor gek verklaren.
Toch hoorde ik van Dennis Kil dat het voor kappers in Azië heel gewoon is om zeven keer per week trainen. Gewoon, dertig keer hetzelfde kapsel knippen. Wanneer je zo’n kapper midden in de nacht wakker maakt en vraagt een bepaald kapsel te knippen dan wordt dat feilloos uitgevoerd.

Knippen is een ambacht. Dat krijg je alleen maar in de vingers door eindeloos te oefenen, oefenen, oefenen. Ineens moest ik weer denken aan het voor mij niet te volgen Russisch op de Sassoon Academy. Tijdens de slotmiddag van een trainingsweek, waar alle studenten bij elkaar zaten, hield één van de trainers een speech, in het Engels uiteraard. Hij hoopte dat we veel geleerd hadden en veel plezier zouden hebben in ons mooie vak. Hij eindigde met de woorden: “practice, practice, practice.” En ineens verstond ik ook de Russische tolk:
“Praktika, praktika, praktika!”

© HansBeers.com
Dit artikel verscheen in TOP HAIR Benelux nov. 2017

_mg_0835av_800
img_0446av1240t
Foto’s © Hans Beers, genomen in de Sassoon Academy Londen

Man & Schaar – blog #9

Negen euro vijftig

Enkele weken geleden werd ik aangereden. Ik stond vlak voor mijn zaak voorgesorteerd om af te slaan, maar een bestelwagen achter mij had dat niet gezien en ging er vol bovenop. Gelukkig heeft mijn buurman een schadeherstelbedrijf en kwam ik zelf met de schrik vrij.

Gistermiddag sprak ik mijn buurman weer even en we hadden het over elkaars bedrijf, de successen en de moeilijkheden. Hij zei: “Meneer Beers, of Hans moet ik zeggen, als ik u nu vertel dat de ANWB (verzekeraar) hun schades hier laat herstellen voor een gemiddelde vergoeding van 950 euro per auto. Meer krijg je niet. Weet u nog hoe hoog uw schade was?” Mijn bumper was kapot, een achterlicht ook, er moest wat uitgedeukt en overgespoten worden. “3850,= euro” zeg ik. “Ja, precies,” antwoordde hij, “en dan hebben we heel normaal gerekend. Maar dat zou betekenen dat, wanneer deze schade verzekerd was bij de ANWB, we nog drie andere schadeauto’s geheel gratis zouden moeten herstellen.”

Ik zat nog eens wat door te kauwen op die mededeling. En toen dacht ik: dat is toch eigenlijk te gek voor woorden. Die verzekeraars hebben zoveel macht, ze knijpen elke garage uit. En in andere sectoren zal het niet anders gaan. Take it or leave it, buigen of barsten.

Dat is het voordeel van je te verenigen, hoor ik je zeggen. Met z’n allen sta je sterk en kan je lage prijzen afdwingen. Tja. Wat fijn dan dat de klanten van ons kappers zich nog niet verenigd hebben. Want stel je voor dat er een Vereniging van Kappersklanten zou opstaan, met 3 miljoen leden, en die zou tegen jou zeggen: onze leden willen best bij jou komen, maar we betalen 9,50 euro per klant. Maakt niet uit wat voor behandeling ze krijgen: knippen, kleuren, permanenten, we betalen negen euro vijftig. Zou je, knarsetandend, met zo’n vereniging in zee gaan?

Anderzijds is het geen geheim hoe salons zich verenigen en bij leveranciers van kappersproducten ongelooflijke kortingen afdwingen. Twaalf euro voor een tube verf? Wij betalen je drie!

Vrijheid, blijheid. Iedereen is vrij om zich te organiseren en onderhandelingen met leveranciers aan te gaan. Uit mijn muziektijd weet ik nog hoe dat ging in de CD-verkoop. Een CD werd gemiddeld voor 10,50 euro inkoop aan de winkel geleverd, die hem voor pakweg 21,00 euro aan de consument verkocht. Maar toen kwam de firma Bol Punt Kom. Ze wilden jouw CD wel in hun assortiment opnemen, maar ze betaalden hooguit 5 euro. Tjaaaaa, wat doe je dan???

Andersom proberen leveranciers natuurlijk weer afnemers binnen te halen, met kortingen, met shows, reisjes, verzin het maar. Een collega was eens in onderhandeling met enkele kappersmerken voor een nieuwe deal. Wella, Keune, Schwarzkopf… Gekscherend zei ik: ga met Schwarzkopf in zee, dan kan je ook nog eens een Coiffure Award winnen. Zijn antwoord…? Ik durf het hier niet op te schrijven.

Leven en laten leven, zeg ik altijd. Iedereen moet in staat zijn een fatsoenlijke boterham te verdienen, door een produkt of dienst te leveren tegen een faire prijs. En trouwens, als een grote afnemer bij een leverencier het onderste uit de kan weet te halen, dan moet die leverencier dat weer gecompenseerd zien te krijgen bij een andere afnemer. Oftewel, de kleinere afnemers betalen de rekening. En zo krijg je in alle Nederlandse winkelstraten de bekende ketens, omdat er voor een kleine zelfstandige ondernemer niet meer tegenop te boksen is.

Gelukkig rijdt mijn auto weer perfect en is er niet aan te zien dat hij een zoentje van achter heeft gehad.

© HansBeers.com

img_3067schadeav800t

Man & Schaar – blog #8

Fotografie – tips voor kappers

Regelmatig tonen kappers hun werk op social media. Ze zijn trots op hun werk en wilen dat graag laten zien. Heel goed. Leuk. Maar…

Ik zal het simpel houden. Trouwens, ik ben zelf ook geen professioneel fotograaf. Het gaat er om dat je snel redelijke foto’s maakt die bovendien representatief zijn. Want een mooi kapsel op een verschrikkelijke foto, dat werkt niet.

Om te beginnen mijn 3 eikenhouten tips:

  1. fotografeer zonder kapmantel (FOTOGRAFEER ZONDER KAPMANTEL!!!);
  2. laat je model even staan, zodat je niet bovenop het hoofd kijkt;
  3. plaats je model voor een rustige achtergrond; als jouw model middenin de salon staat met overal afleidende voorwerpen en attributen, dan komt het kapsel niet over.

 Het mooist is het als je ergens in de salon een rustige wand hebt om even voor te staan. Er zijn salons die speciaal hiervoor een banner hebben hangen met hun logo er op. Als je dan een foto maakt, of de klant maakt een selfie, dan fotografeer je automatisch jouw logo mee, wat natuurlijk prettig is als de foto via Facebook verspreid wordt.

Ik heb wel eens de volgende fotografie-tip gelezen: ga dichterbij, en als je dichterbij bent ga je nòg dichterbij. Kortom, probeer flink in te zoomen. Het is niet erg als gedeeltes van het kapsel buiten de foto vallen. Je kan dat ook doen via een fotobewerkingsprogramma op de computer: croppen, uitsnijden.

Even een kanttekening daarop: heel erg dicht met je camera op een model gaan staan werkt niet. Het model wordt nerveus en de foto wordt vertekend. Het is een beetje technisch, maar iedereen weet waarschijnlijk wel dat wanneer je met je lens bovenop iemands gezicht staat je een joekel van een neus krijgt. Je fotografeert teveel in groothoek. Beter is het dus om een beetje afstand te houden en een zoomlens te gebruiken. Vaak wordt een 50mm-lens voor portretten aangeraden, maar ik werk bij voorkeur met een 70-200mm lens (op een fullframe camera; camera’s die niet fullframe zijn vergroten zelf al iets en dan is een zoomlens tot bijv. 135mm meer dan voldoende); dan kan je op een afstand van 3 à 4 meter nog heel goed inzoomen, terwijl het model zich niet bekeken of bedreigd voelt.

Heel erg belangrijk is de belichting. “Fotografie” betekent letterlijk: “schrijven met licht”. Het gaat om licht.

Rechtstreeks flitsen is vaak niet mooi. Je portret slaat dood, je elimineert alle natuurlijke schaduwen, de zachtheid verdwijnt en dan krijg je vaak ook nog zo’n lelijke harde schaduw op de muur.

Fotograferen met daglicht is prachtig, maar dan moet dat maar net voldoende voorhanden zijn.

Handiger is het gebruik te maken van wat eenvoudig studiolicht. Studio-apparatuur is er juist voor bedoeld om jou niet afhankelijk te maken van het licht dat er toevallig op dat moment is. Je creëert jouw eigen licht.

Soms is één studioflitser al genoeg om een model mooi aan te lichten. Bijgaand voorbeeld heb ik geschoten met één lamp. Soms is een tweede of derde lamp mooi, maar nodig is het niet. Maar, natuurlijk, met meer lampen kan je andere manieren van belichten toepassen.

Om te beginnen: een studioflitser is niet ingewikkeld. Schaf een setje aan en ga een beetje experimenteren. Ik laat de lampen vaak gewoon in de salon staan, zodat ze onmiddellijk ingezet kunnen worden als daar aanleiding voor is.

Als je een setje zou willen aanschaffen, neem dan niet de goedkoopste. Je krijgt dan problemen met de oplaadtijd, de temperatuur van het licht, gammele statieven, etc. Vaak kan je rond de 1000 euro (inclusief BTW) een prima setje kopen, waar ook twee statieven en softboxjes bij zitten, eigenlijk meer dan voldoende om prima mee te werken.

Kwa opstellingen:

1. ik vind het vaak heel leuk om het model voor de muur te zetten en met één lamp aan te lichten, ietsje schuin van voren. De schuine schaduw achter het model vind ik vaak wel wat hebben; op de voorbeelden die ik hieronder plaats zie je dit;

2. je kunt je model ook iets naar voren halen, met één lamp aanlichten, terwijl een andere lamp de achtermuur aanlicht; dan krijg je geen schaduw op de muur, en je model komt vrij te staan, los van de achterwand;

3. de tweede lamp laat je van hoog/schuin/achter op het haar schijnen, een “haarlichtje” of “toplichtje”; dan krijg je een mooie glans bovenop het hoofd.

Meer variaties ga ik niet vertellen, want dan wordt het een veel te ver gaande fotografiecursus, die er maar voor zorgt dat lezers afhaken. Doceren is doseren, zal ik maar zeggen.

Het model: iemand die het niet gewend is, is vaak erg zenuwachtig voor de camera. Hoe moet je staan en hoe moet je kijken?

Ik laat mijn modellen (klanten) meestal gewoon recht staan, soms ietsje schuin gedraaid, en geef ze vervolgens een paar kijkrichtingen aan. Kijk even naar die klok, kijk even naar de buitendeur, etc. Lachen hoeft niet, kijk maar neutraal. Er zijn maar weinig mensen die met een heerlijke ontspannen lach op de foto gaan. Dan maar liever een neutrale blik. Fotografeer even een paar verschillende poses, maak rustig 20 tot 30 opname’s, dan gaat de spanning voor jouw model er een beetje af. Als je een bepaald detail van het kapsel wilt vastleggen, zorg er dan voor dat dat goed in beeld (en in het licht) komt. Probeer tijdens het fotograferen vooral wat rust te creëren, want als je zelf nerveus of gehaast bent wordt de foto ook meestal niets.

Tot slot, op de computer zoek je de beste opname uit en, als je daar mee kunt werken ga je de foto nog een beetje oppoetsen. Soms moet je de belichting en de kleur wat bijstellen, soms het contrast, misschien wil je iets retoucheren (een pukkeltje, of een haartje dat op de neus is blijven plakken, etc.). Nogmaals: snijd de foto uit, dus laat veel van de omgeving weg, dan wordt het beeld alleen maar sterker. En helemaal tot slot: doen, doen, doen, oefenen, uitproberen, oefenen, uitproberen… Het is een vaardigheid die je niet in één keer machtig bent. Übung macht dem Meister, oefening baart kunst. Succes!

© HansBeers.com

P.S. Dat je ook een geschikte camera aanschaft was waarschijnlijk al duidelijk. Liefst een spiegelreflex; dan kijk je door de lens. Soms kan je met je telefoon ook hele mooie foto’s maken, maar meestal niet. Wees kritisch. Je maakt een mooi kapsel, dat wil je ook mooi presenteren.

P.S.2 Je mag me altijd dingen vragen, als het niet helemaal duidelijk is of wanneer je ergens op vast loopt.

In de bijlage: gewoon een klant van mij, Linda. Ik had zoveel werk aan het haar gehad, dat ik vond dat het wel even op de foto mocht. Vaak maak ik twee versies van het kapsel, een rustige en een “wilde”, die ik dan allebei fotografeer.

linda_comp800t

Man & Schaar – blog #7

Educatie, of trainen

Eigenlijk is ‘trainen’ een raar woord. ‘Oefenen’ zou je ook kunnen zeggen. Of gewoon ‘leren’, ‘aanleren’. Educatie is grofweg het aanleren van kennis en vaardigheden. En eigenlijk is dat de eerste verantwoordelijkheid van de opleiding. Maar, net als bij het halen van je rijbewijs, wanneer je het papiertje hebt begint het pas echt.

Het is ook het ontwikkelen van je talenten. En het bereiken van je doelen. En nu hebben we het ineens over passie, dedication (toewijding, maar ook: missie, jouw opdracht). Het is niet verkeerd om daar eens bij stil te staan. Het worden van kapper is tenslotte niet zomaar iets. Als je besluit om kapper te worden kies je voor iets groots!

We laten de meester aan het woord:

“Hairdressers are a wonderful breed. You work one-on-one with another human being and the object is to make them feel so much better and to look at themselves with a twinkle in their eye.”

“I think that as good architecture enhances a city, a good cut enhances the definition and expression of a face.”

Jawel, deze kapper heeft nagedacht. Maar dit zijn dan ook de wijze woorden van de wereldberoemde Vidal Sassoon, de held van ons vak.

En nu een uitspraak uit een andere hoek, van een acteur (maar ook niet de eerste de beste):

“To know what you want, to understand why you’re doing it, to dedicate every breath in your body to achieve… If you feel you have something to give, if you feel that your particular talent is worth developing, is worth caring for then there’s nothing you can’t achieve.” – Kevin Spacey

Wat is dat mooi gezegd! Maar nog niet zo makkelijk. Laten we de eerste drie stukjes nog eens op een rijtje zetten:

1. weten wat je wil
2. begrijpen waarom je het doet
3. elke ademtocht in je lijf eraan wijden om dit te bereiken

Weten wat je wil en begrijpen waarom je het doet. Tja… Waarom zou je voor dit prachtige vak kiezen? Vidal Sassoon heeft het prachtig geformuleerd: je wilt iemand anders zich beter laten voelen en je weet dat een goed kapsel de definitie en uitstraling van een gezicht kan verbeteren. Maar dat is vast niet wat jij in gedachten had toen je je inschreef voor de kappersschool.

Klein stapje terug: weten wat je wil. Ik heb wel eens iemand horen zeggen:

“Je kan wat je wil. (Maar je moet niet willen wat niet kan.)”

Ik heb dat zelf ervaren. Ik besloot op mijn 48e om kapper te worden. Ik had aanleg en was enorm gemotiveerd; het ging dan ook prima. Na enkele jaren dacht ik: ik zou willen dat foto’s van mijn werk publicabel waren. En weer enkele jaren later stonden mijn kapsels gepubliceerd over de hele wereld. Het kan!

De persoon van bovenstaande uitspraak (Guus Rekers) had het vervolgens over ‘de stoffering van je argumenten’. Dat is dus begrijpen waarom je het doet, maar dan net even anders gezegd.

Na mijn kappersopleiding (hairstylist I en II) was ik helemaal niet tevreden. Ik kon wel een beetje knippen (dat kon ik al voordat ik mij inschreef bij de kappersschool), maar ik had niet het gevoel dat ik tijdens de opleiding veel geleerd had. Toen zag ik een foldertje van de B Academy: The Complete Hairstylist. Op naar de informatiedag, vervolgens voorknippen, aangenomen, en dan doen! Deze opleiding was vergeleken met de traditionele kappersschool hemel op aarde. Een half jaar lang twee dagen per week pure inspiratie, eindigend met het maken van een moodboard en een heuse photoshoot. Toen voelde ik mij pas echt kapper!

Maar het smaakte naar meer. De mogelijkheden in Nederland waren beperkt. Ik deed wel enkele nuttige opleidingen bij Sebastian en L’Oréal. Maar de volgende boost kwam toen ik mij aanmeldde bij de Sassoon Academy in Londen. That’s the place to be! Ik ben daar zeker een keer of zes geweest, steeds een hele week, volledig ondergedompeld in “the art of cutting hair”.

Inmiddels zijn er steeds meer mogelijkheden in eigen land om je kennis en vaktechniek op te krikken. Ik blader juist op dit moment door de Educatie Brochure van Wella 2017. Niet zonder trots kan ik melden dat ik er ook in sta, met drie verschillende trainingen. Maar ik weet dat andere merken ook een heel curriculum hebben. Maak daar gebruik van!

Vaak kom je bruisend van enthousiasme van zo’n training terug. Je ziet weer nieuwe mogelijkheden, je bent weer geïnspireerd. Soms hoor je misschien een opmerking waarvan je later denkt: “Aaahhh, zo zit dat dus!” Het kwartje kan weken later vallen. Maar ineens zit je dan toch op een hoger level. Er gaat een wereld voor je open.

Ik kom nog even terug op het derde element uit het citaat van Kevin Spacey: “…to dedicate every breath in your body to achieve….” Het Nederlands heren volleybalteam was enige jaren geleden zeer succesvol en won tijdens de Olympische Spelen in Barcelona (1992) zilver. De toenmalige coach, Arie Selinger, werd gevraagd of hij de volgende keer goud zou halen. Zijn antwoord:

“Het interesseert mij niet of we goud of zilver halen, of welke prijs dan ook. Het enige wat mij interesseert is of die ene set-up goed is.”

Oftewel, hij focuste zich volledig en uitsluitend op de perfectie van elk kleinste onderdeel van zijn sport. En dan zal je aan het eind van de rit wel zien of je een prijs wint of niet. Het gaat om het perfectioneren van elk detail. Trainen dus, steeds maar blijven trainen. Die set-up, die moet perfect zijn. Naar ons vak vertaald: als jij midden in de nacht wakker gemaakt wordt knip jij de perfecte bob. Zonder na te denken. Gewoon, omdat je het eindeloos geoefend hebt.

Trainen dus. En educatie.

© HansBeers.com

_mg_0835avt_800

Foto: trainer tijdens een demo op de Sassoon Academy, Londen © HansBeers.com

Man & Schaar – blog #6

Wedstrijden

Er is een uitspraak van een beroemde componist (Béla Bartók) die zegt: “Competitions are for horses, not artists”. Oftewel, het creatieve proces is niet iets dat zich leent voor wedstrijden. Je vergelijkt tenslotte appels met peren. Waarom zou de Nachtwacht van Rembrandt beter zijn dan… ik noem maar wat, De Kus van Rodin?

Kapsels vallen voor mij onder beeldende kunst. Het materiaal is haar, maar verder is het net zo beeldend als verf op papier, of linnen, het werken met hout, glas, brons, klei, you name it. Je werkt met vorm en kleur. Het leuke van een kapsel is dat het zich meestal op het hoofd van iemand bevindt.

Waar het om gaat is: hoe creatief is de maker en hoe vernieuwend is het kunstwerk? Een onderwerp kan vaker verbeeld worden. De hierboven genoemde Kus (van Paolo en Francesca da Rimini), gemaakt door Rodin, is ook al te zien bij William Dyce. Een totaal andere kus zie je weer bij een leerling van Rodin, Constantin Brancusi. Je moet ze zelf maar even googelen. Een kus, is een kus, is een kus, maar dan telkens weer anders.

Als je iets maakt, of het nu voor een wedstrijd is of niet, dan probeer je (als creatieveling) iets te maken dat uniek is. Niet afgekeken, niet gekopieerd (want dat is plagiaat). Je maakt iets oorspronkelijks, je geeft een eigen versie van iets.

Maar goed, wedstrijden dus. Ik werd gevraagd te jureren bij de Wella TrendVision Award. En het leuke van deze wedstrijd is dat je de hele dag alle kandidaten kunt volgen. Je kunt zien wat het moodboard is van waaruit ze werken. Je kunt zien met welk model ze binnen komen. Hoe ze te werk gaan, hoe de technische vaardigheden zijn, de afwerking, en last but not least, het eindresultaat. Het is een nerveuze toestand en er kan er maar één winnen. Dus uiteindelijk geef je de meeste punten aan één van de kandidaten. Gelukkig heb je collega-juryleden die ook een mening hebben en dan blijkt wel wie de hoofdprijs krijgt.

Ik vind: je moet doen wat je kan (natuurlijk, je moet nooit doen wat je niet kan, want dat kan je immers niet), je doet het zo goed mogelijk en dan heb jij laten zien wat je waard bent. Over het algemeen: maak af en toe eens iets “om het eggie”. Dat kan een wedstrijd zijn, maar ook een photoshoot. Een collectie zelfs. Ik ga nog een keer iets schrijven over het maken van collecties.

Waarom is het belangrijk om af en toe iets te maken om het eggie? Je daagt jezelf uit. Je gaat eventjes tot op de bodem en naar de toppen van je kunnen. Je moet iets neerzetten dat artistiek de moeite waard is èn technisch helemaal tip top. Natuurlijk heb je al lang gewerkt aan jouw stijl, je weet wat voor soort werk je wilt maken en de techniek heb je in je vingers. Je zult niet iets voor het eerst uitproberen wanneer het voor een serieuze krachtmeting is. Hoewel, sluit niet uit dat dat toch kan gebeuren. Vidal Sassoon heeft over zijn wereldberoemde Five-point gezegd: ik deed gewoon maar iets. Dat kan ook. Maar dan ben je wel redelijk geniaal.

Kom ik bij mijn conclusie, die sterk overeenkomt met het motto van de Olympische Spelen: het meedoen is belangrijker dan winnen. Maar mijn argument is anders: door het meedoen groei je. Je daagt jezelf uit en je komt verder. En wie er wint… ach, is niet belangrijk. Jij hebt gewonnen, in alle gevallen!

© HansBeers.com

wtvcompat072

P.S. Kijk hieronder voor een video-verslag van de Wella TrendVision 2016 Award op Nickelodeon (Joy & Bart):
Joy & Bart – aflevering 16 – Haarshow